Artikel uit De Gelderlander van 23-12-2003

Ambulancediensten minder paraat

Door onze verslaggever
ZEVENAAR - Wie in het gebied van Hulpverlening Gelderland Midden een ongeluk krijgt, heeft een kans van één op zes dat hij langer dan een kwartier op de ambulance moet wachten. Dat kan langer worden.

Hulpverlening Gelderland Midden is verantwoordelijk voor de ambulancezorg in een groot gebied, dat loopt van Nijkerk in het noordwesten tot de gemeente Rijnwaarden in het zuidoosten. De gehele Liemers hoort tot het gebied. Hulpverlening Gelderland Midden, de provincie en de zorgverzekeraars hebben een onderzoek laten verrichten naar de paraatheid en de spreiding van ambulances in de regio.

Er bestond enige ontevredenheid over de ambulancediensten in Gelderland Midden. Het kwam regelmatig voor dat ziekenwagens er langer dan een kwartier over deden om na een dringende oproep bij de patiënt te komen. Als wettelijke norm geldt dat een ambulance uiterlijk vijftien minuten na de oproep aanwezig is. In 16,5 procent van de gevallen werd die tijd in Gelderland Midden overschreden. In plaatsen die vlak bij een ambulancepost liggen, vallen de aanrijtijden mee.

De problemen liggen vooral in de randgebieden. De resultaten van het onderzoek leidden tot de suggestie aan de provincie om de standplaatsen van de ziekenwagens gelijkmatiger over het gebied te verdelen. De Liemers blijft afhankelijk van de posten Arnhem en Zevenaar, elk met twee ambulances. Tevens zou de mate van paraatheid moeten worden aangepast.

Op dit moment zijn de meeste ambulances 'paraat': twee minuten opstarttijd en maximaal dertien minuten aanrijtijd. Die voortdurende paraatheid is kostbaar en leidt tot overschrijding van het budget.

Het is volgens de plannenmakers goedkoper om een deel van de parate diensten te vervangen door minder snelle service, zonder ernstige gevolgen voor de dienstverlening. Vooral in de nachtelijke uren en in het weekeinde wordt zo fors bespaard. Nu staan er in een zaterdagnacht vijf ambulances paraat in Gelderland Midden, en zijn er twee 'beschikbaar', met een opstarttijd van drie minuten inplaats van twee minuten. In de toekomst zouden er dan twee paraat zijn, en vier 'aanwezig'. Een aanwezigheidsdienst heeft een opstarttijd van vier minuten. Een aanwezige ambulance doet er dus twee minuten langer over dan een parate.

Er zijn drie varianten van dit basisplan ontwikkeld, elk met een ander kostenplaatje. Alle betrokken gemeenten wordt gevraagd om een keus te maken, die wordt voorgedragen aan de Hulpverlening Gelderland Midden en aan de provincie.

Aanvankelijk hadden de gemeenten tot eind van dit jaar de tijd om te kiezen. Omdat de minister besloten heeft om meer geld uit te trekken voor de ambulancezorg ontstaat er echter een nieuwe situatie. De beslissing valt in maart van het komend jaar.

 

 

Artikel uit De Gelderlander van 22-07-2003

Ambulances voortaan altijd paraat

Door onze verslaggever:De GGD- LAND VAN CUIJK - Voor het Land van Cuijk zijn na 1 september 's nachts voortaan drie ambulances permanent paraat en mobiel.

Organisatie Hart van Brabant heeft besloten de zogeheten slaapdiensten in Grave, Oeffelt en Veghel helemaal af te schaffen en voor de hele regio over te stappen op drie ziekenauto's die voortdurend overal inzetbaar zijn en tussen 23.00 en 7.00 uur geen vaste standplaats meer hebben.
Hart van Brabant zegt met deze nieuwe opzet de responstijd te bekorten en ook de kwaliteit van de hulpverlening te vergroten.
Regiomanager Van der Brandt van de ambulancedienst:
"Onderzoek heeft uitgewezen dat die slaapdiensten een schijnveiligheid bieden. De mensen moeten in geval van nood snel wakker worden en meteen een topprestatie leveren. Dat is niet goed voor de prestatie en ongezond voor de medewerkers. Parate hulpverleners in de nacht zijn weliswaar duurder, maar bieden wel een betere hulpverlening."

Dat de gemeenteraad van Grave zich zorgen maakt over de beëindiging van de bezetting 's nachts van de a
"We hebben hier goed over nagedacht. Bovendien blijft het nog steeds mogelijk dat op sommige momenten in Grave een ziekenauto is gestationeerd. Want als de wagen in Oeffelt wordt weggeroepen, rijdt straks de wagen uit Uden meteen naar het Land van Cuijk om alvast in het gebied te zijn als er iets gebeurt. Het kan goed zijn dat zo'n wagen dan de hele nacht permanent paraat door de regio rijdt of soms bivakkeert bij een politiepost."

De organisatie van de ambulancedienst in de regio bestaat nu 's nachts nog uit drie slaapdiensten in Grave, Oeffelt en Veghel en één parate wagen in Uden.
Met ingang van 1 september krijgt de regio parate wagens in Oeffelt, Uden en Veghel.
Overdag heeft de regio, waaronder naast het Land van Cuijk ook Oss, Uden en Veghel vallen, voor spoedeisende klussen en ziekenvervoer de beschikking over zeven ambulances: twee in Oeffelt, één in Grave, drie in Uden en één in Veghel.
De verplaatsing op termijn van de ambulancepost in Oeffelt naar een nieuwe standplaats op het Transportcentrum in Beugen is volgens de regiomanager nog niet zeker.
"We wachten nog steeds op het spreidingsplan. Pas als ik weet dat in een bepaald gebied de aanrijtijden vanaf een andere locatie sneller zijn, kan ik maatregelen nemen. Ik weet dat nog niet."
Met de verplaatsing van de Oeffeltse ambulances naar Beugen zou het zuidelijk deel van het Land van Cuijk mogelijk sneller bereikbaar worden, alhoewel de dienst Venray met name Vierlingsbeek, Maashees en Overloon 'bedient'. Op hun beurt zorgen de ziekenauto's uit het Land van Cuijk voor de dekking in de kop van Noord-Limburg (Gennep).

Sinds de overname van de Graafs/Velpse ambulancedienst SAD is de volledige ambulance-hulpverlening in handen van de GGD Hart voor Brabant. Grave ging deel uitmaken van de regio Brabant-Noord, één van de 25 nieuwe ambulanceregio's die op dit moment in Nederland gevormd zijn. Het district Brabant-Noord omvat naast het Land van Cuijk, de regio's Oss, Den Bosch en Boxtel, Uden en Veghel. Als onderdeel van de vorming van de nieuwe ambulanceregio's werd twee jaar geleden al de ambulancedienst in Boxmeer overgenomen door de GGD. Een overname van de ambulancedienst Velp/Grave ketste toen echter af.

Aansluiting van het gehele Land van Cuijk, inclusief Grave bij de GGD Brabant-Noord betekende dat het ambulancevervoer, zowel spoed als besteld patiëntenvervoer, ook in een veel groter verband kon worden georganiseerd. Landelijk wordt inmiddels gewerkt volgens één protocol en uiterlijk van personeel en materieel is aangepast aan het landelijk beeld.

Van een automatische koppeling van de ambulance-organisatie aan het Boxmeerse Maasziekenhuis is ook geen sprake meer. De coördinatie van de ziekenauto's in deze regio is in handen van de centrale in Den Bosch.
Is het Land van Cuijk voor hulpverlenende organisaties (brandweer, politie, ambulance ) altijd een gecompliceerd gebied geweest (meerdere provinciegrenzen, landsgrens, nabijheid grote steden), in het ziekenvervoer zijn de overlapgebieden nu goed afgedekt. Bovendien maakt de regio ook gebruik van de traumaheli uit Nijmegen.
In het Land van Cuijk rijden de ziekenauto's dagelijks gemiddeld zeven ritten; 2500 per jaar waarvan 600 in de kop van Noord-Limburg.
De helft van de ritten is spoed (al dan niet met 'toeters en bellen'), de rest is besteld vervoer. De ziektekostenverzekeraars financieren het ambulancevervoer, maar provincie en gemeenten betalen mee aan een optimale inzet, zoals vijf beschikbare wagens in de regio in de avonden en weekeinden.

Artikel uit De Gelderlander van 01-02-2002

Ambulance en gezin gaan slecht samen

Door JASPER ROMBOUT
TIEL - Ambulancepersoneel draait lange dagen. Zestien uur per dag is geen uitzondering. De directeuren luidden vorige week de noodklok. "Werken op de ambulance is een aanslag op je leven."

De ambulancepost van het Zuiderblok van het Rivierenland Ziekenhuis in Tiel loopt langzaam vol. Een tiental mannen en vrouwen, gestoken in lichtgroene pakken met fluorescerende strepen op de benen, nestelt zich rond de koffietafel.De klok slaat drie uur en de wisseling van de wacht is een feit. Chauffeur Barry de Jong en zijn 'maat' en verpleegkundige Guus van het Riet maken zich op voor hun dienst. Zestien uur lang bemannen zij wagen 12.

Samen hebben ze 21 jaar ervaring op de ambulance. In die tijd is er veel veranderd. Bezuinigingen, stijgende werkdruk, steeds meer stremmingen in het verkeer en langer wordende dagen. "De gedrevenheid is er nog, maar de Florence Nightingale-gedachte is over", vat Guus de stemming onder ambulancepersoneel kort samen.

"Het werk op de ambulance, het redden van andere mensen uit ideologie, is een aanslag op het dagelijks leven van het personeel", meent De Jong. "Ik ben bijna nooit écht vrij. Mijn gezinsleven, mijn sociale leven, ikzelf en zelfs mijn werk lijden eronder. Als ik tien dagen vrij ben in de maand moet ik blij zijn als ik geen pieper op zak heb. Zwemmen met de kinderen zit er niet in, als je wordt gepiept dan moet je direct weg."

Of de situatie verantwoord is, weten de collega's niet. "Bedoel je dan voor mij of voor de patiënt?", vraagt de verpleegkundige peinzend. "Het antwoord maakt niet uit, beiden hebben onder de druk te lijden", vult Barry aan. "Je kunt niet verwachten van een mens dat hij na acht uur werk waakzaam gaat slapen en direct vanuit zijn bed 100 procent is. Toch verwacht men het van ons, en wij doen onze stinkende best."

De situatie zoals Barry die beschrijft heet in ambulancejargon piketdienst. Na een dagdienst van 15.00 tot 23.00 uur neemt de chauffeur de wagen mee naar huis. Daar wacht hij op een alarmoproep. "Het is niet de vraag of, maar wanneer dat kreng afgaat. Dan is het hele huis wakker, want het is geen telefoonwekker, maar eerder een flinke deurbel." "Het huwelijk met een ambulancebroeder is geen pretje, vaak sneuvelt de relatie", mijmeren de ambulancebroeders. De rust wordt wreed verstoord door de scanner. Een 71-jarige man uit Tiel heeft tijdens een fietstocht hartklachten gekregen. Wagen 12 wordt op pad gestuurd. Een kronkelroute van het ziekenhuis van Tiel naar de rand van het centrum begint. Drempels, foutgeparkeerde auto's, files en een wirwar van éénrichtingswegen zorgen ervoor dat de hemelsbrede rit van enkele honderden meters, toch nog tien minuten duurt.

De man blijkt in redelijk goede toestand te verkeren. Van het Riet legt de man in de wagen. Terwijl hij op geruststellende toon zijn vragen formuleert, plakt hij de elektroden voor het hartfilmpje op de borst van de man. Uit voorzorg brengt hij een naald in voor een infuus.

"Stel dat de oproep ernstiger was geweest en we hadden 's nachts naar het nabijgelegen Maurik gemoeten, dan weet je vantevoren dat het waarschijnlijk al geen zin meer heeft", constateert De Jong met enige zorg in zijn stem. "Dat is het grote nadeel van de piketdiensten, bij een parate dienst rijd je zo weg. Het risico van die diensten zou het ministerie moeten ondervangen. Dan slapen wij ook eens goed."

Die nacht zal hun lichte slaap één keer verstoord worden door het geschel van de pieper. 's Ochtends bij het afleveren van de wagen bij het ziekenhuis blijken hun collega's minder fortuinlijk. Zij hebben dezelfde uren gemaakt als Van het Riet en De Jong, maar wanneer rond 08.15 een spoedrit binnenkomt, plakken zij nog eens twee uur extra aan hun dienst. Wanneer zij uitklokken hebben ze achttien uur gewerkt. Toch wordt in de post gelachen. Eén van de broeders vraagt naar een collega die hij al lang niet gezien heeft. "Oh, die is drie maanden met verlof, hij kan eindelijk zijn overuren opmaken", weet Guus. "Gemiddeld hebben we hier ongeveer 100 tot 115 uren te compenseren, maar Thijs had er extreem veel. 415 zware uren."

Op verzoek van de betrokkenen zijn de namen in dit artikel gefingeerd